Denk bij isoleren aan beschermde dieren
Wanneer een huis geïsoleerd wordt, kunnen beschermde dieren verstoord of gedood worden. Dat is niet goed voor de natuur en biodiversiteit. Daarom is het verstoren of doden van beschermde dieren verboden volgens de Omgevingswet. Gelukkig zijn er manieren om natuurvriendelijk te isoleren en rekening te houden met beschermde dieren.
Zo zijn spouwmuren een geliefde verblijfsplaats van vleermuizen, maar zal er ook bij andere werkzaamheden rekening gehouden moeten worden met beschermde diersoorten. Bijvoorbeeld bij het isoleren van het dak moet er rekening gehouden worden met mogelijke aanwezigheid van de huismus of de gierzwaluw. Laat je dan ook goed informeren door een gecertificeerd bedrijf om jouw isolatieaanpak zo snel en zo goed mogelijk uit te voeren rekening houdend met de natuur.
In Groningen en Noord-Drenthe zijn er verschillende methoden die ingezet kunnen worden voor het uitsluiten van de aanwezigheid van beschermde diersoorten voordat de woning geïsoleerd kan worden.
1.) Schakel een bedrijf in dat natuurvriendelijk kan isoleren
Dit doe je door een bedrijf in te schakelen dat natuurvriendelijk kan isoleren. Het bedrijf zorgt er dan voor dat er geen beschermde dieren worden verstoord of gedood tijdens de werkzaamheden. Steeds meer bedrijven zijn gecertificeerd en kunnen hierdoor natuurvriendelijk isoleren.
Hoe het werkt:
- Het bedrijf houdt rekening met broedseizoenen van vogels en kraam- en overwinteringsperiode van vleermuizen.
- In geval van spouwisolatie plaatst het bedrijf flapjes over openingen zoals gaten in de gevel. Deze flapjes zorgen ervoor dat vleermuizen wel uit de spouw kunnen wegvliegen, maar er niet weer in kunnen komen.
- Het bedrijf regelt vervangende verblijfplaatsen voor beschermde dieren. Laat je hierover door het isolatiebedrijf informeren.
- Het bedrijf doet een melding van de werkzaamheden bij de provincie en het bedrijf dient gecertificeerd te zijn om een melding te kunnen doen.
2.) Soortenmanagementplan
De woningeigenaar kan er ook voor kiezen om te wachten totdat de gemeente een Soortenmanagementplan (SMP) heeft opgesteld. Op basis van een SMP verkrijgt de gemeente een gebiedsgerichte vergunning van de provincie. In de praktijk betekent het vaak dat bewoners die willen na-isoleren onder een SMP vergunning de lijn dienen te volgen van de werkwijze natuurvriendelijk isoleren zoals hierboven beschreven. Deze maatregelen zijn subsidiabel onder de subsidieregeling van de isolatieaanpak. Op dit moment wordt er door de gemeenten in Groningen en Drenthe hard gewerkt aan het opstellen van een SMP. Je kunt bij je eigen gemeente terecht over wanneer de verwachting is dat er een gebiedsgerichte vergunning op basis van deze SMP’s verleend zal worden. Als je gemeente een vergunning heeft gekregen, kan je als het ware meeliften op die vergunning door toestemming daarvoor bij je gemeente te vragen.
3.) eDNA
Ook is het voor bedrijven mogelijk gebruik te maken van eDNA als onderzoeksmethode. Het isolatiebedrijf verzamelt sporen van vleermuizen met behulp van een spons. Vervolgens worden de sporen getest in een laboratorium, waarmee aangetoond kan worden of er DNA van een vleermuis aanwezig is of niet.
- Is de uitslag negatief? Dan kan je direct doorgaan met isoleren, zonder extra maatregelen te treffen.
- Is de uitslag positief? Dan ben je verplicht om een melding te doen bij je provincie. Hierna start altijd een ecologisch onderzoek. Voor meer informatie hierover kun je bij je provincie terecht.
- Deze methode mag niet gebruikt worden onder een SMP.
Voor meer informatie over het precieze beleid van jouw provincie rondom natuurvriendelijk isoleren, zie:
Natuurvriendelijk isoleren – Provincie Groningen
Natuurvriendelijk isoleren | Provincie Drenthe